Carmen Verdonck, ALTIUS
Zowel franchisenemers als franchisegevers kunnen er belang bij hebben om met verschillende partners tegelijk onderhandelingen aan te gaan met het oog op een eventuele commerciële samenwerking. Mogen partijen tijdens deze onderhandelingen afspreken een bepaalde zone exclusief te reserveren voor een bepaalde kandidaat? Mag hiervoor een vergoeding gevraagd worden? De Arbitragecommissie bracht hierover op 22 februari 2017 een advies uit.
Op 22 februari 2017 vaardigde de Arbitragecommissie opgericht onder Boek X, Titel 2 van het Wetboek Economisch Recht (WER) inzake precontractuele informatie in het kader van commerciële samenwerkingsovereenkomsten haar advies uit “over het gelijktijdig onderhandelen van een commerciële samenwerkingsovereenkomst met meerdere partners en de eventuele betaling van een reserveringsrecht”.
Zowel franchisenemers als franchisenemers kunnen er belang bij hebben om met verschillende partners tegelijk onderhandelingen aan te gaan met het oog op een eventuele commerciële samenwerkingsovereenkomst, bij voorbeeld om de kans te vergroten om effectief en sneller tot een akkoord te komen of om verschillende kandidaat franchisenemers of franchisenetwerken met elkaar te vergelijken en aldus de meest geschikte partner te kunnen kiezen. De Arbitragecommissie onderzocht in haar advies of het wettelijk mogelijk is voor franchisegevers om aan verschillende kandidaat franchisenemers tegelijk het precontractuele informatiedocument en de ontwerpovereenkomst te bezorgen en gelijktijdig met verschillende kandidaten te onderhandelen over eenzelfde locatie. Ze beschouwde ook of het anderzijds mogelijk is voor kandidaat franchisenemers om gelijktijdig met verscheidene franchisegevers te onderhandelen. Hierbij beantwoordde ze tevens de vraag of gedurende een afgesproken periode tijdens de onderhandelingen een bepaalde geografische zone gereserveerd kan worden voor een bepaalde partij, al dan niet mits betaling van een vergoeding.
De franchisegever mag gelijktijdig met verscheidene kandidaat-franchisenemers onderhandelen en de kandidaat –franchisenemers met verscheidene franchisegevers.
De wetgeving inzake precontractuele informatie legt een informatieplicht en een bedenktermijn op teneinde de franchisenemer in staat te stellen met kennis van zaken de verbintenissen in een franchiseovereenkomst aan te gaan. Noch deze wetgeving, noch het gemene verbintenissenrecht, bevatten een verbod voor kandidaat-franchisegevers of -nemers om met verschillende andere partijen tegelijk besprekingen te voeren met het oog op het afsluiten van een samenwerkingsakkoord. Artikel X 31, WER legt enkel een vertrouwelijkheidsplicht op wat betreft de informatie die wordt verkregen tijdens deze precontractuele onderhandelingsfase. De kandidaat franchisenemer en franchisegever mogen deze precontractuele informatie dus enkel gebruiken in het kader van hun onderhandelingen en deze niet kenbaar maken aan andere mogelijke franchisegevers of andere derden. Een schadevergoeding bij schending van deze geheimhoudingsplicht kan bedongen worden (artikel X.27, laatste lid, WER). Enkel in uitzonderlijke gevallen kan, op basis van bijzondere omstandigheden, de stopzetting van onderhandelingen met één partner omdat men toch kiest voor een andere mogelijke partner een culpa in contrahendo uitmaken en aanleiding geven tot schadevergoeding.
Kunnen de partijen een reserveringsovereenkomst afsluiten en mag hiervoor een vergoeding betaald worden?
Om te vermijden dat tijd en energie verloren zou gaan door onderhandelingen met een partij die met meerdere partijen onderhandelt, kunnen partijen wensen om een exclusiviteit te bedingen voor een welbepaalde zone gedurende een bepaalde periode van de onderhandelingen. De kandidaat-franchisenemer zou zich zo gedurende een bepaalde periode verzekerd weten de enige kandidaat te zijn voor een welbepaalde zone (bijvoorbeeld de tijd die nodig is om aangepaste lokalen of financiering te vinden). De franchisegever zou zich op die manier kunnen verzekeren dat de kandidaat-franchisenemer in die periode niet gelijktijdig met andere franchisegevers onderhandelt over een samenwerking met betrekking tot dezelfde zone. De vraag stelt zich of dit kan en of in ruil voor deze tijdelijke reservering van een zone ook een vergoeding verlangd kan worden. In Frankijk is het afsluiten van dergelijke reserveringsovereenkomsten, ook mits de storting van een vergoeding, uitdrukkelijk toegelaten door de wetgeving.
Onder Belgisch recht zal het antwoord of dergelijke reserveringsvergoeding kan gevraagd worden volgens de Arbitragecommissie afhangen van het moment waarop de verbintenis om dergelijke vergoeding te storten aangegaan wordt:
- Gedurende de bedenktermijn van één maand opgelegd door artikel X.27, lid 3 WER, die aanvangt op de dag waarop het ontwerp van samenwerkingsovereenkomst en de wettelijk vereiste precontractuele informatie werden verstrekt, mag de franchisenemer niet worden verplicht om exclusieve onderhandelingen te voeren met één franchisegever. De franchisegever mag volgens de Arbitragecommissie daarentegen tijdens deze opgelegde bedenktermijn zich wel engageren om exclusief een zone voor te behouden voor de kandidaat-franchisegever, maar als tegenprestatie voor deze verbintenis geen vergoeding vragen van de kandidaat-franchisenemer. Artikel X.27, lid 3 WER bepaalt immers dat tijdens de bedenktermijn geen enkele som mag worden gevraagd van de franchisenemer (onder voorbehoud van de twee uitzonderingen voorzien in dat artikel, nl. bij schending van de confidentialiteitsverplichting en bij hernieuwing of wijziging van een bestaande samenwerkingsovereenkomst).
- Na het verstrijken van de bedenktermijn van één maand zoals bepaald in artikel X.27, lid 3 WER, kunnen de partijen verder onderhandelen en genieten ze opnieuw van hun contractuele vrijheid. Ze hebben dan de mogelijkheid om reserveringsovereenkomsten te sluiten, eventueel mits betaling van een som in ruil voor de reservering van een zone. Deze mogelijkheid werd overigens reeds uitdrukkelijk vermeld in de memorie van toelichting bij de wetgeving inzake precontractuele informatie. De Arbitragecommissie beveelt de partijen die gebruik maken van deze mogelijkheid om een geldbedrag te laten betalen in ruil voor de reservering van een zone wel aan om uitdrukkelijk te bepalen aan wie het bedrag zal toekomen, zowel indien uiteindelijk een samenwerkingsovereenkomst getekend wordt, als indien de onderhandelingen uiteindelijk toch niet succesvol kunnen afgerond worden.
Carmen Verdonck, ALTIUS
APR