De programmawet van 19 december 2014 preciseert een aantal maatregelen voorzien in het regeerakkoord van de Regering Michel I, o.a. op het vlak van arbeidsongeschiktheid.
1. Opmaak van een re-integratieplan
Er wordt voorzien in een grondige hervorming van de verzekering arbeidsongeschiktheid. De regering wenst in dit kader de re-integratie te bevorderen van personen die arbeidsongeschikt zijn. De aandacht moet daarbij in eerste instantie gaan naar wat de arbeidsongeschikte werknemer nog wel kan en niet wat hij niet langer kan.
Uiterlijk drie maanden na de aanvang van de periode van primaire arbeidsongeschiktheid wordt, na een grondig overleg tussen de adviserend geneesheer en de betrokken actoren, door de adviserend geneesheer een re-integratieplan opgesteld. Dit plan wordt op regelmatige wijze opgevolgd.
Het op dit ogenblik belangrijkste systeem van professionele re-integratie, namelijk de gedeeltelijke werkhervatting mits toelating van de adviserend geneesheer voor personen met een arbeidsongeschiktheid van minstens 50%, zal dus kunnen uitgebreid worden tot personen die minder dan 50% arbeidsongeschikt zijn.
Bij de opmaak van het re-integratieplan is het de bedoeling om de samenwerking te bevorderen tussen de huisarts, de preventie-adviseur arbeidsgeneesheer en de adviserend geneesheer. Ook de ex-werkgever en de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling zullen hierbij worden betrokken. De voornaamste rol komt toe aan de adviserend geneesheer van het ziekenfonds die instaat voor de opmaak van het plan en toeziet op de re-integratie van de gerechtigde.
De nodige uitvoeringsbesluiten die zullen bepalen welke actoren er een rol dienen te spelen bij de re-integratie, welke de inhoud en de modaliteiten van het plan zijn, moeten nog worden uitgevaardigd.
2. Verdubbeling van de wachttijd
De ziekte- en invaliditeitsuitkeringen worden voortaan berekend op basis van een referteperiode van 4 kwartalen die voorafgaan aan het kwartaal van begin van de arbeidsongeschiktheid. Men was van oordeel de referteperiode in de oude regeling waarbij de uitkeringen werden berekend op het laatste dagloon, veel te kort was.
Dit heeft tot gevolg dat de wachttijd om ziekte- en invaliditeitsuitkeringen te genieten nu 12 maanden bedraagt i.p.v. 6 maanden waarbinnen 120 dagen moeten worden gepresteerd. Het aantal dagen die moeten worden gepresteerd in die periode, zal niet worden verdubbeld maar wordt verhoogd tot 180.
Deze nieuwe regel geldt wel niet voor moederschapsuitkeringen (120 dagen in een periode van 6 maanden).
De nodige modaliteiten alsook de datum van inwerkingtreding van deze regeling, dient nog bij koninklijk besluit te worden bepaald.
3. Plafonnering van de arbeidsongeschiktheidsuitkering van werklozen
De ziekte- en invaliditeitsuitkeringen voor arbeidsongeschikte werklozen worden tijdens de eerste 6 maanden wel op dezelfde wijze als voorheen berekend (= werkloosheidsuitkering) maar worden tijdens deze periode wel geplafonneerd op het bedrag dat zij zouden hebben ontvangen moesten zij niet werkloos geweest zijn.
Dit plafond treedt in werking op 1 januari 2015.
4. Verstrenging van de administratieve sancties
Volgende inbreuken zullen voortaan voor minstens 3 en hoogstens 400 daguitkeringen worden uitgesloten van het recht op ziekte- en invaliditeitsuitkeringen:
het verkrijgen van uitkeringen op basis van valse verklaringen of stukken;
het niet-meedelen van elke wijziging van het inlichtingenblad aan de verzekeringsinstelling (voor zover de wijziging invloed heeft op de uitkeringen);
het hervatten van een activiteit tijdens een uitkeringsgerechtigde periode zonder toelating of zonder de voorwaarden van toelating na te leven, de hervatting niet ter kennis brengen van de verzekeringsinstelling of inkomsten niet aangeven.
De sancties worden ingedeeld in drie niveaus met een maximum van 400 dagen (voordien 200 dagen) uitsluiting voor de zware inbreuken en voor de lichte inbreuken een minimale uitsluiting van 3 dagen (voordien 1 dag).
De duur van de inbreuk bepaalt de duur van de uitsluiting:
1) een inbreuk van 1 tot 30 dagen kan aanleiding geven tot een uitsluiting van 3 tot 49 dagen;
2) een inbreuk van 31 tot 100 dagen kan aanleiding geven tot een uitsluiting van 50 tot 120 dagen;
3) een inbreuk van minstens 101 dagen kan aanleiding geven tot een uitsluiting van 150 tot 400 dagen.
De sancties kunnen worden verminderd ingevolge verzachtende omstandigheden. Bij cumul van verschillende inbreuken worden de toepasselijke sancties samengevoegd zonder de zwaarste sanctie te overschrijden.
Ook wordt de verjaringstermijn van de sancties opgetrokken van 3 tot 5 jaar sinds de inbreuk.
Deze wijzigingen op het vlak van sanctionering treden in werking op 8 januari 2015.
5. Geen indexatie van de ziekte- en invaliditeitsuitkeringen op 1 januari 2015
In 2015 wordt geen enkele indexering uitgevoerd van de bedragen voor verstrekkingen voorzien bij de wet of krachtens de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.
De bedragen worden gekoppeld aan de spilindex die van toepassing is op 1 december 2015. De eerste verhoging bedraagt maximaal 2% en wordt ten vroegste toegepast op 1 januari 2016 op het indexeerbaar gedeelte van de prijzen, zoals ze van toepassing zijn op 31 december 2015.
Deze bepaling treedt in werking op 8 januari 2015.
MEI