De stakingsvordering ingesteld door de franchisegever tegen zijn concurrent werd in eerste aanleg afgewezen. Het hof van beroep van Bergen oordeelde anders in een arrest van 29 oktober 2012 (2011/RG/313) en nuanceerde de vrijheid om een concept te kopiëren op grond van de wetgeving omtrent intellectuele eigendom en de eerlijke marktpraktijken.
Opdat een handeling verboden zou worden op grond van artikel 95 van de Wet Marktpraktijken dient deze niet alleen de belangen van een andere onderneming te schaden maar ook de economische belangen van de consumenten aan te tasten.
Het hof bevestigde dat de vrijheid om te kopiëren stopt waar het risico op verwarring begint. Het risico op verwarring dient beoordeeld te worden in functie van de globale indruk die opgewekt wordt bij een gemiddeld aandachtige consument, waarbij het volstaat dat de gelijkenissen de verschillen duidelijk domineren. Volgens het hof is er sprake van parasitaire concurrentie wanneer een onderneming niet enkel voordeel haalt uit de inspanningen of investeringen door een ander, maar dit ook op onrechtmatige wijze doet, met name in omstandigheden waarin verwarring gecreëerd wordt.
Volgens het hof was het product van de franchisegever niet origineel en kon zijn (franchise) concept niet van (auteursrechtelijke) bescherming genieten vermits het niet de materiële uitdrukking was van een originele creatieve inspanning. In het concrete geval oordeelde het hof echter wel dat er sprake was van verwarring in hoofde van consumenten.
Het (slaafs) overnemen van de structuur en inhoud van de website en van de technische fiches van de franchisegever werd weerhouden als inbreuk op de databankwetgeving. Verder werd het overnemen van de winkelinrichting (de manier waarop de producten voorgesteld worden, de meubelen), gesanctioneerd op basis van de Wet Marktpraktijken omdat dit in het concrete geval tot verwarring leidde tussen de winkels van de franchisegever en de concurrent. Vermits het hof besloot dat er in hoofde van een gemiddeld aandachtig consument verwarring kon bestaan tussen de activiteiten van de franchisegever en deze van de concurrent, werd de concurrent bevolen om een einde te maken aan de verwarring en de schending van de databankrechten van de franchisegever.
Hoewel een (franchise) concept op zich dus niet beschermd wordt, is het verboden voor een concurrent om concrete elementen van dit concept (slaafs) over te nemen in de mate dat dit tot verwarring leidt in hoofde van de consument.
SEP