Franchisenemers die niet werken met (volledige) onmiddellijke betaling (bv. keuken- en interieurbouwers), zullen in de nabije toekomst rekening moeten houden met een aantal nieuwe regels bij het innen van hun facturen. In een nieuw boek XIX “Schulden van de consument” van het Wetboek van economisch zal minnelijke invordering van schulden van consumenten immers streng worden gereguleerd. De idee is om consumenten onder meer te beschermen tegen hoge interestvoeten en forfaitaire schadevergoedingen (zgn. “schadebedingen”), opgenomen in de factuurvoorwaarden van ondernemingen. Voor franchisenemers die niet worden geconfronteerd met betalingsachterstand van consumenten, omdat zij onmiddellijk betaling ontvangen van hun klanten (bv. supermarkten), zijn de regels minder relevant.
Welke regels voert boek XIX WER o.a. in?
Wanneer de vervaldatum van de factuur is verstreken, kan de franchisenemer zich, voor zover dit contractueel of in haar algemene voorwaarden werd voorzien, beroepen op interesten en/of op een schadebeding. Op grond van boek XIX WER is de franchisenemer daarbij verplicht om een voorafgaande, kosteloze ingebrekestelling te sturen aan de consument, met bepaalde vermeldingen. Vervolgens moet de franchisenemer een wachttermijn van minstens veertien kalenderdagen doorlopen, zodat de consument de kans krijgt om de factuur alsnog te betalen. Voor zover niet aan deze twee voorwaarden is voldaan, kan de franchisenemer de bedongen interesten en/of het schadebeding niet inroepen.
Ten tweede mag de interestvoet van de bedongen interesten niet hoger liggen dan de interestvoet van de Wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties, die geldt in B2B-relaties. Deze interestvoet, die voor het eerste semester van 2023 gelijk is aan 10,5%, geldt als maximumgrens. Ligt de bedongen interestvoet hoger, dan zal de franchisenemer enkel nog aanspraak kunnen maken op verwijlinteresten tegen de wettelijke interestvoet (gelijk aan 5,25% voor het jaar 2023).
Bijkomend wordt ook het schadebeding onderworpen aan een wettelijk maximumplafond, waarvan het bedrag wordt bepaald in functie van het factuurbedrag. Wanneer het verschuldigde saldo bijvoorbeeld lager ligt of gelijk is aan 150,00 EUR, kan de franchisenemer maximum een schadevergoeding van 20,00 EUR vorderen van de consument. Clausules die deze maximumgrenzen te boven gaan, zijn ongeldig en zullen volledig wegvallen, met als gevolg dat de franchisenemer geen forfaitaire schadevergoeding meer kan eisen.
Sancties
Het niet naleven van bovenstaande regels wordt voorts gesanctioneerd met een strafrechtelijke geldboete van 26,00 tot 10.000,00 EUR, wat na vermenigvuldiging met de opdeciemen neerkomt op een geldboete van 208,00 tot 80.000,00 EUR, of tot 4% van de totale jaaromzet als dit een hoger bedrag is (sanctie van niveau twee zoals bepaald in art. XV.70, §1, 2° WER).
Vanaf wanneer gelden de nieuwe regels?
Boek XIX WER treedt in werking op 1 september 2023 voor vervallen en onbetaalde schulden die voortvloeien uit overeenkomsten gesloten ná die datum. Voor schulden uit lopende overeenkomsten (m.n. gesloten vóór 1 september 2023) zullen de regels (pas) gelden vanaf 1 december 2023. De wetgever wil de beoogde bescherming van consumenten zo uitbreiden, waarbij ondernemingen een extra overgangsperiode krijgen van drie maanden om hun lopende overeenkomsten aan te passen.
Conclusie
Nieuw Boek XIX WER legt strenge regels op aan ondernemingen die willen optreden tegen betalingsachterstand van consumenten. De regels zullen uiteindelijk gelden voor schulden voortvloeiende uit zowel nieuwe overeenkomsten, als reeds gesloten overeenkomsten. Wie de regels miskent, kan worden geconfronteerd met hoge geldboetes. Franchisenemers die zich soms gedwongen zien om hun facturen in te vorderen, zullen aldus tijdig hun algemene voorwaarden en/of overeenkomsten moeten herzien in functie van de nieuwe regels, en indien nodig moeten aanpassen aan de wettelijke maximumgrenzen.
Dave Mertens en Emilie Bogaerts,
Schoups Advocaten
JUL