Meester Johan Billiet, Billiet & Co Lawyers
Vijf franchisenemers hadden een buitenlandse franchisegever gedagvaard. Partijen hadden reeds omvangrijke besluiten gewisseld. De advocaat van de franchisegever had mijn naam voorgesteld als bemiddelaar aan de eisende partijen. Op het eerste zicht geen probleem van onafhankelijkheid en onpartijdigheid. Vermits ik toch al enige tijd meedraai én in de wereld van de bemiddeling én in de wereld van de franchise wordt de nodige deskundigheid aanwezig geacht. Ja dus. Akkoord om als mediator te fungeren. Kort daarop volgt ook het akkoord van de vijf advocaten van de onderscheiden franchisenemers.
Intakegesprek: De advocaten van de partijen hadden eraan gehouden mij voorafgaand hun procedurebundel mede te delen. Interessant maar niet echt mijn taak als bemiddelaar. Ik neem ze door zodat ik reeds enige kennis heb van de inhoud van het geschil zonder dat ik me er evenwel wil op focussen. De nietigheid van de overeenkomst wordt ingeroepen, subsidiair de ontbinding en natuurlijk en vooral een hoge schadeclaim. We starten de bemiddeling met een serie afzonderlijke intakegesprekken om zicht te krijgen op het probleem en de verschillende belangen.
Ik kies ervoor om alle partijen gezamenlijk aan tafel te brengen. Een gezamenlijke sessie wordt gehouden in een hotel. Alle partijen, bijgestaan door hun advocaten, zijn aanwezig. Iedereen wordt nogmaals gewezen op de spelregels. Alle partijen blijken bekwaam om tot een akkoord te komen. De franchisegever is zelfs bereid de kosten van de bemiddeling volledig te betalen op voorwaarde dat de bemiddeling succesrijk verloopt. Er wordt hem meegedeeld dat de vrijwilligheid van de bemiddeling meebrengt dat alle partijen ten allen tijde de bemiddeling kunnen stopzetten zodat geen zekerheid bestaat omtrent het succes maar dat een partij hieraan geen voorwaarde mag koppelen. Als alle partijen goed meewerken blijkt uit statistieken evenwel een 75 % kans op succes. Het zal alleszins goedkoper zijn dan procederen.
Na enig gehakketak wordt een bemiddelingsprotocol ondertekend. Vanaf nu begint de vertrouwelijkheid. Wie neemt het woord? Verwijten worden ter tafel gegooid. De franchisegever had nagelaten tijdig een precontractueel informatiedocument op te stellen, het in de overeenkomst bepaalde vergoedingsmechanisme werd niet gerespecteerd, enz. De franchisenemers willen niet doen wat de franchisegever vraagt. Ze zijn lui en denken niet commercieel. De sfeer is geladen. Hoewel de franchisenemers oorspronkelijk eenzelfde verwijt aanvoeren, blijkt reeds meteen dat één franchisenemer niet echt op dezelfde golflengte zit. Het levert hem meteen het verwijt van de andere franchisenemers op dat hij zich laat los spelen door de franchisegever. Een franchisenemer is het daarenboven volstrekt oneens over de punten die besproken moeten worden. Hij wenst schadevergoeding, de rest interesseert hem niet. Ondanks deze gespannen eerste gezamenlijke sessie worden afspraken gemaakt voor een tweede bijeenkomst en wordt zelfs een dagorde bepaald.
Op de tweede sessie ervaren we in de bemiddeling een machtsspel. De franchisegever vindt dat niet alle franchisenemers op eenzelfde manier hoeven te worden behandeld. Een franchisenemer blijkt reeds maanden een factuurachterstand te kennen. Zou het niet beter zijn mijnheer de mediator elke zaak tussen franchisenemer-franchisegever afzonderlijk te behandelen? En wat denken de franchisenemers hiervan? Een totaal andere indruk ontstaat van het beeld van de eerste vergadering. De rangen lijken nu vervoegd met dien verstande dat ze een globale aanpak wensen van het probleem. Een afzonderlijke caucus levert de kennis op dat één van de franchisenemers bereid is master-franchisenemer te worden. Zulks mag worden voorgesteld aan de franchisegever en de collegae franchisenemers. Een derde vergadering wordt gepland.
De derde sessie begint al meteen verrassend. De franchisegever weet ons te melden dat een belangrijke leverancier beslist heeft het netwerk niet meer te leveren. Hij zou reeds in een alternatieve leverancier hebben voorzien. Het grootste deel van de opzegtermijn is reeds verstreken. De franchisenemers zijn verbolgen zulke essentiële inlichting slechts te vernemen lopende de derde sessie van een bemiddeling. Het heet dat dit gebrek aan transparantie kenmerkend zou zijn voor de franchise en het gebrek aan permanente bijstand. De franchisegever belooft beterschap en de mogelijkheid van de oprichting van een franchiseraad wordt besproken. Het voorstel van een masterfranchise komt opnieuw ter tafel. De franchisegever formuleert nog een ander voorstel. Desgevallend kan op een franchisebeurs een andere franchisenemer worden gezocht die het handelsfonds overneemt. Enige aarzeling bij de franchisenemer die onmiddellijk geld wil is duidelijk merkbaar. Een bedrijfsrevisor zal worden aangesteld met het oog op de begroting van een overnameprijs. Een naam wordt voorgesteld en weerhouden. Ik wordt nu Johan genoemd en niet langer mijnheer de bemiddelaar.
Ter voorbereiding van een vierde sessie worden alle partijen aangeschreven met een vertrouwelijke nota waarbij de verschillende begrotingen worden vermeld. Nog voor de vierde sessie plaats grijpt komt de kandidaat masterfranchisee met een voorstel tot overname van zijn vier collega’s. Er is ook bereidheid tot verzaking van de vorderingen tot ontbinding en het inroepen van nietigheden.
Een vierde sessie vindt plaats. De franchisegever en de collegae franchisenemers gaan akkoord met een masterfranchisenemer en een overname van de respectievelijke handelsfondsen. Een vastellingsovereenkomst wordt bereikt en gaat gepaard met de totstandkoming van een masterfranchise. Het vaststellingsakkoord en de overeenkomst tot overname van de aandelen wordt voorbereid en opgesteld door de onderscheiden advocaten van de partijen. Een week later wordt het ondertekend. Deze zaak nam slechts twee maanden in beslag en leidde voor elk van de partijen tot een overeenkomst waarmee hij zich kon verzoenen.
Deze zaak biedt ook de mogelijkheid om terzake bemiddeling en franchise mensen, kennis en middelen te bundelen. Om de toekomst van het beroep in eigen hand te nemen en de ontwikkeling van bemiddeling een verdere impuls te geven. Om bemiddeling en franchise nog beter zichtbaar te maken.
Meester Johan Billiet
Billiet & Co Lawyers
SEP