De franchiseovereenkomst neemt een centrale plaats in de B2B wet omdat deze juist tot stand gekomen is met het oog op de situatie van de franchisenemers die soms met onbillijke algemene voorwaarden te maken hebben.
Het is dan ook uiterst belangrijk om in een franchiseovereenkomst na te gaan of deze clausules bevat die een “kennelijke onevenwicht” met zich meebrengen tussen de rechten en plichten van de partijen.
Franchising is een methode om een succesvol concept uit te breiden. Deze neemt momenteel een hoge vlucht in diverse sectoren zoals de horeca, de detailhandel en de vastgoedsector.
De relatie tussen de franchisegever en de franchisenemer zal in alle geval omwille van haar specifieke structuur aanleiding geven tot een ruime toepassing van de B2B wetgeving omdat die onrechtmatige bedingen tussen ondernemingen verbiedt.
De franchisegever en de franchisenemer moeten dus bijzonder voorzichtig zijn bij de redactie van hun samenwerkingsovereenkomst om te voorkomen dat zij worden gesanctioneerd.
- Wat is franchising en waarom is de B2B wetgeving specifiek daarop van toepassing?
Franchising is een samenwerkingsformule tussen twee onafhankelijke ondernemers waarbij de franchisegever de franchisenemer in staat stelt een succesvol handelsmerk uit te baten en deel uit te maken van zijn netwerk van verkooppunten.
De franchisegever zal i) zijn knowhow aan de franchisenemer moeten overdragen, en ii) hem vóór de opstart van zijn handel en op voortdurende wijze gedurende de hele exploitatie ervan commerciële en technische bijstand moeten verlenen.
De franchisenemer van zijn kant zal i) de franchisegever zowel voor de overdracht van zijn knowhow als voor zijn bijstand moeten vergoeden, over het algemeen middels een percentage van de behaalde omzet, en ii) zijn handel moeten exploiteren met strikte inachtneming van de regels van het franchisenetwerk.
Deze win-win formule maakt het voor de franchisegever makkelijker om zijn netwerk territoriaal uit te breiden en voor de franchisenemer om te profiteren van de expertise en de reputatie van een ruim getest concept.
Dat franchising vanuit klassiek oogpunt onder de toepassing valt van de B2B regels, heeft te maken met het feit dat dit concept een “sterke” partij en een als “zwakker” beschouwde partij samenbrengt en dus in het kader van de contractuele relatie clausules kan bevatten die deze gedifferentieerde machtsverhouding weerspiegelen.
Tijdens de debatten die plaats vonden in de aanloop naar de nieuwe B2B wet, werd bovendien specifiek aandacht besteed aan de franchiseovereenkomst. Er werd met name aangegeven dat deze wetgeving specifiek gericht is op de situatie van de franchisenemer. Deze laatste wordt immers soms geconfronteerd met onbillijke algemene voorwaarden die beperkend zijn voor zijn economische vrijheid.
Voorzichtigheid is dus de boodschap. Het is met andere woorden belangrijk dubbel waakzaam te zijn met betrekking tot uw franchiseovereenkomst!
- Klassieke clausules in een franchiseovereenkomst die voor problemen kunnen zorgen
De meeste – zo niet alle – franchiseovereenkomsten kunnen bedingen bevatten die mogelijk een “kennelijk onevenwicht” met zich meebrengen tussen de rechten en de plichten van de partijen, en dat is juist het criterium om een bepaling als onrechtmatig aan te duiden.
De nieuwe wetgeving kan een effect hebben op de volgende veel voorkomende clausules:
Hoewel voldoende bekend is dat een franchisegever zijn franchisenemer nooit een minimum verkoopprijs kan opleggen, is het gebruikelijk dat de franchisegever zich het recht voorbehoudt een maximum verkoopprijs vast te leggen of zijn franchisenemer de toepassing van vooraf vastgestelde verkoopprijzen aan te bevelen;
Clausules die de franchisegever machtigen het systeem van het netwerk eenzijdig te wijzigen, waarbij de franchisenemer verplicht wordt aanpassingen in zijn bedrijf aan te brengen en dit binnen een bepaalde termijn na de nieuwe beslissingen;
Bepalingen die de franchisenemer verplichten hun voorraad aan te kopen bij leveranciers van de keuze van de franchisegever of bij groothandelaars die voorafgaande de goedkeuring van de franchisegever hebben gekregen. Ook bepalingen van een overeenkomst waardoor de franchisegever het recht heeft de franchisenemer te verplichten over te schakelen naar een leverancier van zijn keuze, zouden voor discussie vatbaar zijn;
Clausules die franchisenemers ertoe verplichten periodieke investeringen te doen (zoals een verbouwing) of die de franchisegever toestaan van franchisenemers een bijdrage te eisen in de gemeenschappelijke kosten van het netwerk (zoals het marketingbeleid of gerichte reclame);
Clausules die de franchisenemer opleggen om te allen tijde de normen en de franchise handleiding opgelegd door de franchisegever in acht te nemen;
Clausules die de franchisegever het recht geven de prijs, de kenmerken of voorwaarden van de franchiseovereenkomst zonder geldige reden eenzijdig te wijzigen.
Deze veel voorkomende bedingen zullen voortaan van geval tot geval onderzocht moeten worden teneinde na te gaan of de beginselen die erin voorkomen al dan niet onrechtmatig zijn.
- Waarop specifiek letten om te bepalen of een beding onrechtmatig is?
Overhaaste conclusies worden best vermeden. Niet alle veel voorkomende bedingen, die hierboven beschreven staan, zijn voortaan automatisch onrechtmatig.
Het onrechtmatig karakter van een contractueel beding moet geval per geval worden beoordeeld, rekening houdend met een aantal factoren zoals de omstandigheden waarin de overeenkomst tot stand kwam en de gebruiken van de gekozen handelsformule.
Het is namelijk zo dat een aantal concrete elementen bij de beoordeling een tegengewicht kunnen vormen voor de strikte toepassing van de nieuwe regelgeving. Deze zullen dan een uiterst belangrijke dimensie hebben in de franchiseverhouding, en met name in de volgende gevallen en om de volgende redenen:
De franchisenemer moet verplicht op de hoogte zijn van alle juridische en economische voorwaarden van het franchisenetwerk alvorens hij de beslissing neemt om franchisenemer te worden.
De franchisegever is immers verplicht hem ten minste één maand vóór de sluiting van de franchiseovereenkomst, een pre-contractueel informatiedocument te bezorgen. De bedoeling van dit verplichte en strikt gereglementeerde pre-contractuele document bestaat er juist in een zeker evenwicht tussen de partijen te herstellen en de franchisenemer in staat te stellen voldoende kennis te nemen van de rechten en plichten die uit de overeenkomst voortvloeien, alsook van de historiek, de toestand en de vooruitzichten van de economische markt waarin de activiteiten worden uitgeoefend.
In het concept “franchising” wordt reeds lang algemeen aangenomen dat de economische vrijheid van een franchisenemer enigszins beperkt wordt in ruil voor de inspanningen die de franchisegever zich in de loop der tijden heeft getroost om te komen tot een “beproefd en goed werkend” systeem.
Toeleveringsclausules naar specifieke leveranciers toe en clausules die een strikte naleving van het franchisesysteem opleggen worden mogelijk beschouwd als essentiële elementen voor het succes van een franchisesysteem en gerechtvaardigd om een uniform imago van het franchisenetwerk in stand te houden. Bovendien zijn dergelijke bepalingen van dien aard dat zij de consument een gelijk kwaliteitsniveau garanderen tussen alle verkooppunten van het merk, hetgeen per slot van rekening het doel van het franchisesysteem is.
Goed om weten is dat er een aantal bedingen zijn die niet als onrechtmatig beschouwd zullen worden wanneer ze verantwoord kunnen worden door een “geldige reden” (zoals bedingen die een eenzijdige wijziging van de voorwaarden mogelijk maken). In de context van een franchiseovereenkomst kan als “geldige reden” worden ingeroepen dat de franchisegever als opdracht heeft zijn concept te doen evolueren zodat het blijft beantwoorden aan de steeds wijzigende verwachtingen van de klanten.
Evengoed zou het feit dat de consumenten een homogeen netwerk verwachten en dat gunstige economische voorwaarden bedongen zijn in het specifieke belang van alle franchisenemers, als een geldige reden kunnen worden beschouwd om het uitsluitend gebruik van erkende leveranciers op te leggen.
Het is dus uiterst belangrijk heel zorgvuldig en ernstig te werk te gaan bij de redactie van elke potentieel problematische clausule en het belang ervan geval per geval te beoordelen. De clausules moeten voldoende volledig en nauwkeurig worden opgesteld, zodat men vervolgens niet anders kan dan vaststellen dat het vastgelegde beginsel noodzakelijk en redelijk is voor de uitvoering van een franchiseverhouding omdat die zowel voor de franchisegever als voor de franchisenemer voordelig is.
Steve Griess
Seeds of Law
DEC